-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
De titel van dit werk verwijst naar David Goldblatt’s The Structure of Things Then, een fotografische collectie van Goldblatt met een essay van Neville Dubow die onderzoekt hoe de architectuur in Zuid-Afrika de overheersende ideologieën van apartheid weerspiegelde. Goldblatt merkte op dat tegen het einde van de apartheid de architectuur van de Gereformeerde kerken veranderde naar lagere, geaarde vormen met steil hellende daken—bijna lansachtig—wat een verdedigende houding suggereert. Voor Goldblatt onthult architectuur, in vorm en materiaal, de ideologische contouren van het regime dat haar voortbrengt. Toch is er na The Structure of Things Then nog steeds The Structure of Things to Come. Vandaag, in een heel ander maar even complex ideologisch landschap, worden woningen voor lagere inkomensgroepen gebouwd met materialen die snel een vorm van onderdak creëren. De definitie van mens-zijn raakt verstrengeld met een materieel proces dat gebonden is aan dezelfde extractieve dynamieken van het laat-kapitalisme—het produceren van ruimte (woning) ten koste van een onzekere toekomst. Binnen deze gespannen geologische dynamiek van het Antropoceen—waar de toekomst slechts binnen een smal tijdsperspectief voorstelbaar is—kunnen we ons afvragen: wat vertellen de vormen, materialen en processen die minimale stedelijke ruimtes creëren over wat het betekent om mens te zijn? Wanneer verbeelding wordt beperkt door crisis, wat zeggen deze minimalistische stedelijke vormen en materialen over menselijkheid binnen een paradigma gekenmerkt door gebrek aan temporeel perspectief? De definitie van wat menselijk is en hoe ruimtelijke ordeningen onze collectiviteit bepalen lijken gevangen in het samenspel tussen deze elementen en hoe dit stedelijke ruimtes opent naar anders onvoorstelbare mogelijkheden. Wanneer verbeelding wordt verruimd door de veelvoud aan mogelijkheden in materieel samenspel, kunnen we zien hoe mens-zijn wordt gedefinieerd binnen huidige en toekomstige ruimtes. De aanwezigheid van onze menselijkheid, verankerd in materiële vormen, wordt zo een uitdrukking van ons bestaan binnen de stedelijke beschaving. Misschien is het juist door het samenspel van materiaal, vorm en proces dat nieuwe definities van menselijkheid en collectiviteit kunnen ontstaan. Wanneer we gebouwde ruimte niet alleen als onderdak zien, maar als een plek van imaginair potentieel, wordt materiële aanwezigheid een teken van menselijke aanwezigheid—nu en in de toekomst.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Wat betekent het om mens te zijn binnen een stedelijke ruimte en een consumptiepatroon dat voornamelijk wordt gevormd door productieprocessen met milieugevaarlijke gevolgen? Als reactie op deze fundamentele, planetaire vraag onderzoekt Refraction de kenmerken van de stad en haar ruimtes door te kijken naar signalen die menselijke activiteit in deze stedelijke omgevingen toewijzen, verdelen, communiceren en navigeren. De context van deze signalen omvat de materialisatie en diversificatie van textuursensaties die hun vorm bepalen. Een belangrijk kenmerk waarbij dit fenomeen visueel duidelijk wordt, is de drempel en de materiële en textuurlijke formaties die deze drempels creëren. Dit leidt tot een fundamentele vraag: hoe definiëren deze drempels menselijkheid? Aanwezigheid wordt het bepalende kenmerk van onze menselijkheid binnen dit toxische paradigma, waarbij een effect ontstaat dat niet alleen de toxiciteit binnen stedelijke ruimtes, productie- en consumptiepatronen benadrukt, maar ook de kernwaarde vaststelt van wat het betekent om mens te zijn.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
-
info
Systemen van spel, zowel in de fysieke als in de virtuele domeinen, worden omschreven als simulators. Simulatie werd in het verleden gezien als een plaats van reproductie, als een kopie van een oorspronkelijk evenement of situatie. Tegenwoordig wordt simulatie echter steeds vaker gebruikt als een voorbereidende omgeving om te conditioneren, trainen en leren. De ruimte van reproductie wordt daarmee een ruimte van voorbereiding en pre-productie—een plek waarin we niet alleen kunnen onderhandelen over hoe werelden worden gebouwd, maar ook over de dynamieken die erin functioneren. Videospellen, VR-spellen en fysieke spellen delen de overeenkomst dat ze allemaal functioneren als simulaties die het spelende subject voorbereiden. De materiële dynamiek die via deze spellen aan toeschouwers wordt gecommuniceerd, is van een direct karakter. Hun oppervlakkige eigenschappen—zoals industrieel geproduceerde kunststoffen en hoge resolutie schermen—roepen een bijna zwevende, vluchtige sensatie op. Dit creëert een afstand in de algemene perceptie van de gebruiker ten opzichte van het industriële productieproces en de materiële basis die nodig is om de spelsystemen te genereren die onze echte wereld simuleren (voorbereiden en pre-produceren). Deze materiële dynamiek schept een zintuiglijke ervaring die de lange lijnen van productie en hun gevolgen aan het zicht onttrekken. De simulatie en haar speelse karakter bieden juist potentieel oplossingen voor de meest urgente veranderingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Toch lijkt de heersende manier waarop we deze systemen begrijpen en overbrengen ons blind te maken voor het probleem van het Antropoceen—precies datgene wat deze systemen zouden kunnen helpen verbeteren. Het is deze dynamiek van verloren materie die Into The Midst of the Armada onderzoekt.
Websites
Kunstenaars website
www.matthewjameslanning.comSocial media
Curriculum vitae
Opleidingen
-
2017 - 2019Artistic Research Den Haag, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Diploma behaald
-
2013 - 2017Autonoom beeldende Kunst Breda, St. Joost Academie Diploma behaald
tentoonstellingen
-
2025The structure of things to come: The favor of survival Nirox Sculpture park Krugersdorp, Zuid-Afrika The structure of things to come: The favor of survival. 2025 The title of this work references David Goldblatt’s The structure of things then, a photographic collection of Goldblatt and essay by Neville Dubow that examines how the built environment (or architecture) in South Africa reflects the dominant ideological forces of apartheid (or prevailing ideologies). In his analysis, Goldblatt observed, for example, that the architecture of Reformed churches evolved toward the end of apartheid: they adopted lower, more grounded forms with steeply pitched roofs—almost like lances-suggesting a defensive stance. For Goldblatt, architecture reveals—in both form and material—the ideological contours of the regime that produces it. Yet after the structure of things then, there is still the structure of things to come. Today, in a very different but equally complex ideological landscape, ... housing structures that operate at a level of lower affluence are constructed with the materials that instantaneously substantiate a form of shelter. The definition of humanity is then encapsulated in a process of material formation that is bound to the same extractive dynamics of late capitalism. Coming close to the definition of producing space (housing) at the expense of the future that is yet to come. Within this tense and compromising geological dynamic (Anthropocene) in which future only imaginable within a myopic timescale, one could ask what do forms and materials and processes that generate minimal urban space tell us about what it means to be human (where imagination is constrained by crisis, we must ask: what do the forms and materials of minimal urban space say about what it means to be human? ) within a paradigm that seems to be infused with a sense of a lack of temporal perspective in relation to what is to come (imagination)? The definition of what is human and how the spatial arrangements define our collectivity seems to be trapped within the interplay of them and how that interplay opens an urban and an inhabited space up to opportunities otherwise deemed unfathomable. When imagination is expanded by the multiplicity of possibilities locked in material interplay, one can start to image how what is human is defined within that space and within spaces to come. Presence of our humanity situated within material formations becomes an expression of humanity within urbanized civilization. (Perhaps it is precisely through the interplay of material, form, and process that new www.niroxarts.com/sculpture-park?pgid=mcvp9l6a-886c94a0-5aef-4e12-9c0b-fe12fd62df3f Solo
-
2024Refraction (屈折: Kussetsu) Air 3331 Tokyo, Japan Refraction (屈折: Kussetsu), 2024, Dimensions, Variable. What does it mean to be human within an urban space and a consumption pattern predominantly shaped by production processes that have environmentally toxic ramifications? In response to this initial, planetary-scale question, Refraction examines the characteristics of the city and its spaces by observing signs that allocate, divide, communicate, and navigate human activity within these urban environments. The contextualisation of these signs involves the materialisation and diversification of textural sensations that compose their form. A key characteristic of when this phenomenon becomes visually apparent is in the threshold and the material and textural formations that create these thresholds. This leads to a fundamental question: How do these thresholds define humanity? Presence becomes the defining trait of our humanity within this toxic paradigm, producing an effect that not only highlights the toxicity within urban spaces, production, and consumption patterns but also establishes the core value of what it means to be human. residence.3331.jp/en/artists/019740.html Solo
-
2019I was mostly delighted, but yes, also a little bit afraid. Quartaire Den Haag We are contemplating how to make a collaborative work. You are warmly invited to the Finissage of our week long residency at Quartair. There will be a fire and drinks will be served. Participating artists: Adele Dipasquale, Alejandra Lopez, Annemarie Wadlow, Alkaious Spyrou, Arthur Cordier, Biba Cole, Daisy Madden-Wells, Daniel Iglesias, Davide Ghelli Santuliana, Elfi Seidel, Helena Sanders, Jaehun Park, Jan Tomza-Osiecki, Jesse Siegel, Katrina Niebergal, Lucy Cordes-Engelman, Matthew Lanning, Mel Chan, Rebecca Dunne and Wilfredo Orellana. With the curatorial help of Raimundas Malasauskas. Groep
-
2019Better as a Chorus Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag, Nederland Wat heeft een gigantische mens die hatende Gorilla in gemeen met een Peruaanse pot in de vorm van een vrouw? Dit is geen truc, vraag maar een van de vele waarop deze tentoonstelling reageert. Onze acht afstudeerderende kunstanaars hebben een melodie gecreëerd die verdwijnt en weer verschijnt in het bewustzijn. ' Of we kunnen ons, zoals de titel van de tentoonstelling zegt, dingen BETTER AS A CHORUS worden ervaren www.kabk.nl/en/graduation-festival-2019 Groep
-
2018The ongoing conversation 1646 Den Haag, Nederland The Ongoing Conversation #5, is part five of The Ongoing Conversation, a long term collaboration between students of the MA Artistic Research of the Royal Academy of Art The Hague and 1646, which for the first time will take place with the first year students of the program. For the Ongoing Conversation #5, during a period of two and a half months, the team of 1646 conducted several studio visits with each student to guide the development of new work for this collaborative project. Throughout this process of conversations, the final form for the project is developed, considering the diversity of unrelated practices together. Each year’s edition has taken a different form, from a series of solo exhibitions, to an elaborated one day event with a extensive program of performances including external locations… For its fifth edition, the project will be a more classical group exhibition. Despite the differences in research topics and visual qualities between the artists, the exhibition will explore ways to generate a dialogue between the different works. Strung together, these milestones will create a combined itinerary with works by Mel Chan (HK, 1980), Arthur Cordier (BE, 1993), Lucy Engelman (US, 1987), Matthew James Lanning (NL, 1993), Daisy Madden Wells (UK, 1992), Katrina Niebergal (CA, 1986), Angel Orellana (GT, 1985), Helena Sanders (US, 1983) 1646.nl/projects/the-ongoing-conversation-5 Groep
-
2018Open Atelier, curated by the roze sokkel Kunstpodium-T Tilburg, Nederland A group show that was created by letting the exhilitionspace function as an open studio in which everybody could come to work in-situ. kunstpodium-t.com Groep
-
2018NEW!!! Kunstpodium-T TIlburg NEW!!! (nieuw) is een bijvoeglijk naamwoord dat refereert aan iets wat recentelijk gemaakt, ontdekt of gecreëerd is. Volgens Boris Groys komt het door de beweging van ideeën van de ene context naar de andere dat iets nieuws wordt gemaakt. Dit zou betekenen dat het in feite specifieke geografie is waarin iets verschijnt wat het nieuwe creëert, dus geografie is de factor die ‘ruimte’ creëert voor de verschijning van de ontmoeting die gedefinieerd wordt als ‘het nieuwe’. Omdat de specifieke geografie de bepalende factor is die agentschap verleent aan iets dat ‘nieuw’ wordt, kan men zich afvragen wat de linguïstische geografische specificiteit is what de verschijning van het nieuwe definieert in deze vorige paragraaf. Twee termen: emergence en encounter; verschijning en ontmoeting. Ontmoeting / encounter: 1. Is de specifieke authentieke afgesproken ontmoeting tussen individuen die onverwacht met iets moeilijk worden geconfronteerd. 2. Onverwachte ontmoeting met iemand. Verschijning / emergence: In filosofie, systeemtheorie, wetenschap en kunst is ‘verschijning’ een fenomeen waarin grotere entiteiten ontstaan door interacties tussen kleinere of meer simpele entiteiten, waardoor de grotere entiteiten eigenschappen gaan vertonen die de kleinere entiteiten niet vertonen. Nu we weten welke twee definities de specifieke geografie van het nieuwe bepalen, kunnen we onszelf afvragen – wat definieert de specifieke karakteristieken van een geografie waarin de verschijning van het nieuwe wordt gefaciliteerd? Deze term is ‘tijd’, dus de volgende term die specifieke geografie begeleidt is tijdelijkheid, wat samen een temporale geografie vormt. Het volgende punt wat het nieuwe definieert is niet waar iets verschijnt, maar wanneer iets verschijnt in het ‘waar’ van de geografie. kunstpodium-t.com Groep
-
2018Rise Quartaire Den Haag Students of the MA Artistic Research at the Royal Academy of Art, The Hague (KABK) will exhibit their research practices at Quartair as the culmination of a week of curatorial experiments with Stockholm based curator Jonatan Habib Engqvist. www.quartair.nl Groep
-
2017The artist will be drunk Jimz pub Den Haag The artist will be drunk, Een dag evenement. Dit was een evenement waar studenten van de MA Artistic Research afdeling werken maakte die specifiek wegvielen tegen de achtergrond van de lokale kroeg. www.jimzpub.nl Groep
-
2017AKV| St.Joost Breda Launch 2017, Graduation Show Groep
-
2017ACCELERATION(ISM) De Fabriek Eindhoven ACCELERATION(ISM), Acceleration(ism) semi-finals, is een tentoonstelling ter voorbereiding voor het eindexamen. In het begin van het nieuwe jaar, verblijven de vierdejaars in De Fabriek in Eindhoven. Binnen 2 werkweken die bestaan uit hardwerken, experimenteren, elkaar ondersteunen en vooral veel gezelligheid, ontstaat er een te gekke expositie. www.defabriekeindhoven.nl/exhibition/acceleration-ism/ Groep
-
2015Sint Implex Electron Breda Een gevoel van onvrede en de vraag ‘wat betekent het om een tijdgenoot te zijn?’ Dit zijn de ingrediënten voor 'Sint-Implex' Studenten van het AKV Sint Joost Breda en Sint-Lucas Gent gaan gezamenlijk het gevecht aan met wat is gedaan en vragen zich ondertussen af wat kan komen. Hoe delen zij hun honger, hoop en verwachtingen, wanneer hun besef van de hedendaagse kunst groeit? Leren zij van de geschiedenis of verwerpen ze haar liever? Een eerste getuigenis van hun omgaan met dit gegeven is te bezichtigen in Electron, Kopse Kant. www.electronbreda.com Groep
Internationale uitwisselingen / Artist-in-residencies
-
2025Nirox Krugersdorp, Zuid-Afrika www.niroxarts.com/sculpture-park?pgid=mcvp9l6a-7ebc2646-e090-42ae-b893-1c362e33427e
-
2024Air3331 Tokyo, Japan “AIR 3331” is an AIR (Artist in Residence) program established by Command A - an artist-run initiative that bases its activities in the center of Tokyo (notably Chiyoda City), with an aim to dive into local communities and cultivate creativity. With a wide range of projects and a diverse network of creators to connect with, the program serves as a strong base for creative practitioners from around the world. residence.3331.jp/en/
-
2018Hospitalfield House Arbroath - Scotland Abroath This residency was organised by the MA artistic Research department. Where a visit to glasgow and a stay in hospital field became the basis for a group show in hospitalfield named the The Reverse Ob-Servant curated by Camilla Crosta hospitalfield.org.uk
opdrachten
-
2016Totverdus totVerdus Breda, Nederland Voor het totverdus congress in breda. Hier werden de implicaties besproken van de IOT in relatie tot de stad Breda. www.verdus.nl/derde-verdus-congres-6-oktober-2016-breda Uitgevoerd
artistieke nevenactiviteiten
-
2017 - 2020Kunstenaarsintiatief/ The Balcony